Meteen naar de inhoud

OOWGEDS IN BILLEKES : LES 7, p. 24, 25, 26 en 27

Les 7 p. 24 en 25

LES 7 p. 24 en 25

Voor de juiste uitspraak en schrijfwijze, zie bij Publicaties op deze site: Praktische Grammatica, p. 17 – 22, of Lexicon van het Hoegaards dialect, p. 7 – 14.

  • Woordenschat: vinster = venster / daj = deur / kaader = schilderij in lijst / plèk = woonkamer / plansjàj = plankenvloer / slààte = sluiten / àwpe = open / kléngk = klink / meuj = muur / lillek = lelijk / anteujk = antiek
  • Woordenschat rond gebouwen (Grammatica p. 116)
  • Vervoeging ‘slààte’ (Hoofdtijden Grammatica p. 59, vervoeging OTT p. 64) / Dèè daj és geslàwte
  • Voorzetsels (Grammatica p. 84) / tàjge = tegen
  • Homoniemen (Grammatica p. 25): meuj = muur/moe
Les 7, p. 26 en 27

LES 7 p. 26 en 27

Voor de juiste uitspraak en schrijfwijze, zie bij Publicaties op deze site: Praktische Grammatica, p. 17 – 22, of Lexicon van het Hoegaards dialect, p. 7 – 14.

  • Woordenschat: ààs = huis / delper = dorpel / braaj = voetpad / vajdaj = voordeur / strowet = straat / wèèd = ver / bekans = bijna / tààs = thuis / tunest = bij hem thuis / dréngke = drinken / vajl = veel
  • Woordenschat rond gebouwen (Grammatica p. 116)
  • Vervoeging van ‘zéng’ = zien (Hoofdtijden grammatica p. 60) / ich zéng, gèè zeujt, ééjà zeujt, wèlle zéng, gèlle zeujt, zélle zéng / Let wel: je ontmoet ook de vorm: ich zeujn, wèlle zeujn … onder invloed van andere dialecten, maar dat is geen klassiek Hoegaards/ Hetzelfde fenomeen bij ‘deng’ = doen. Je hoort ook ‘doown’
  • Vervoeging ‘stowen’ en ‘gowen’ (Grammatica p. 64) / ich stowen, gèè stowet, ééjà stowet (dikwijls afgekort: sto(t) )
  • Bijwoorden van plaats (Grammatica p. 76) / tààs = thuis tunest = bij hem thuis
  • ‘bekans’ is dan weer een bijwoord van graad (Grammatica p. 77)