LES 6 p. 20 en 21

Voor de juiste uitspraak en schrijfwijze, zie bij Publicaties op deze site: Praktische Grammatica, p. 17 – 22, of Lexicon van het Hoegaards dialect, p. 7 – 14.

• Woordenschat: Boewet = boot / boeïke = bootje / klààn = klein / wowater = water / zieje = zee / krowan = kraan / krowàïngkeswowater= water van de kraan / làjg = leeg / nàjme = nemen
• Verkleinwoorden (Grammatica p. 88 en 89) / boewet / boeïke / boïke (je hoort de twee) / Krowan / krowàïngke
• Het adjectief ‘klààn’ (Grammatica p. 42) / Afwijkende verbuiging: ne klààne man, en klààn vraa, e klàà kind
• Het hulpwerkwoord ‘zulle’ (Grammatica p. 66) / Ne zaa wille = onvoltooid verleden toekomende tijd = Grammatica p. 70
• Telwoorden: grammatica p. 45 / Iejen / zàjve
• Werkwoorden met gelijke vormen

Aave = houden (Gram p. 59)             effe = heffen

Gèè eft = jij houdt                             gèè eft = jij heft

• Afwijkende meervoudsvormen (Grammatica p. 31) : Glas/ glowaze – dàk/dowàke – dag /dowàge – vat/ vowate – blad/blowàre
• Het bijwoord TER (Grammatica p. 83) / Er uit het Nederlands wordt ‘ter’. Ter és vajl wowater
• Schrijfwijze ‘wowater’ (Lexicon p. 9) / Je zou ook woäter kunnen schrijven, maar wij verkiezen de ‘w’